Achtergrond

Wie zijn de Qeros?

De Qero indianen zijn directe afstammelingen van de Inca’s, ook wel de kinderen van de zon genoemd. Zij leven in Peru in de centrale Andes, op 4000-5000 meter hoogte, een paar dagreizen van de stad Cusco vandaan, het oude centrum van het Incarijk.

De Qero indianen hebben eeuwenlang afgesloten van de buitenwereld geleefd en hebben zich tijdens de Spaanse verovering onvindbaar kunnen maken. Het Qero of Inca sjamanisme is daardoor bewaard gebleven in de zuivere, oorspronkelijke vorm. Tot de Qero sjamanen behoren zowel mannen als vrouwen. Zij onderscheiden twee soorten sjamanen: van Moeder Aarde, zogenaamde pampamesayoqs, en van de spirits van de bergen ofwel altomesayoqs. Zij noemen zichzelf paqo’s: priester & genezer.

Het Inca sjamanisme is een natuurgeneeswijze. Voor de Qero indianen bestaat alles uit levende energie aangestuurd door de kosmos, Kawsay Pacha genaamd, en de aarde, Pachamama. Voor hen zijn dit de twee Goddelijke bronnen.

Sinds een aantal jaren komen hun genezers naar Europa en ook naar Nederland. Het doel van het afdalen van hun bergen naar het westen, is om ons onder andere bewust te maken anders om te gaan met de aarde en onszelf. Tegelijkertijd wordt hierdoor hun oeroude waardevolle traditie geëerd en levend gehouden.

De Qeros leven in een afgelegen berggebied in de omgeving van Cusco en spreken nog altijd de oude taal die Quechua genoemd wordt (spreek uit: ketsjuwa).
Meer dan vijfhonderd jaar lang zijn zij weinig in contact geweest met de staat of Kerk, waardoor ze nog altijd op traditionele wijze leven en vrijwel volledig in hun onderhoud kunnen voorzien. Ze verbouwen aardappels op 3350 meter en houden lama’s en alpaca’s op 4300 meter hoogte.
Ze maken gebruik van agrarische methodes, spelen panfluit en weven hun kleden met dezelfde motieven als die uit de tijd van de Inca’s. De Qeros leven in vijf verschillende dorpjes met elk ongeveer 30 tot 35 huizen, waarvan Hatun Qeros (Hatun= groot) het centrale dorp is.
De Qeros houden de gewoonten, geloven en gebruiken, overgedragen door de Inca’s, in stand door het uitvoeren van oude ceremonies en het weven van traditionele kleding. De spirituele en genezingsceremonies die uitgevoerd worden door de sjamanen worden op mondelinge wijze overgedragen van vader op zoon, van moeder op dochter. Deze rituelen danken hun voortbestaan aan het feit dat ze in de Peruaanse Andes nog steeds op grote schaal uitgevoerd worden.

Mystieke Leer van de Andes –  Ayni en de Levende Energie
De mystieke leer van de Andes wortelt in een duizenden jaren oude traditie, die zijn hoogtepunt had in het Incarijk. Het was de vader van Juan Nunez de Prado (de leermeester van Elizabeth Jenkins) die 50 jaar geleden als antropoloog kennis maakte met de Qeros, een klein volk dat hoog in de Andes leeft en ontdekte dat zij de afstammelingen zijn van de Inca’s. De spirituele kennis was niet uitgestorven, maar had 500 jaar onderdrukking overleefd door mondelinge overlevering van meester op volgeling ver uit het zicht van de “beschaafde” wereld. Deze fascinerende spirituele traditie leert je hoe je een wederzijdse verbinding aangaat met de:

  • Kawsay Pacha; de wereld van levende energieën. Zo zien de Inca’s de wereld: alle materie heeft een stoffelijk en een energetisch aspect. Dit energetische aspect bestaat uit een ‘bel’ die mensen, dieren, planten, maar ook gebouwen en steden omgeeft en doordringt. Die bel bestaat uit levende energie, in andere tradities prana, chi of ki genoemd. Die energie is voor ieder toegankelijk en manifesteert zich in verschillende gradaties van teer tot grof.

Er geldt maar een wet: die van ayni. Het betekent wederkerigheid; uitwisseling; geven en nemen.

  • Ayni: het principe van wederkerigheid

Het leidende principe van de Inca-traditie is de wijsheid van Ayni: de heilige wederkerigheid van geven en ontvangen. Ayni vormt de basis hoe mensen zich tot elkaar en tot de natuur opstellen en is de bron van een harmonieuze relatie.
In het dagelijkse leven van de Andesbewoners wordt Ayni nog steeds toegepast. Samen delen om de eenheid van het leven te ervaren: vandaag help ik mijn buren op het land en in ruil daarvoor doet iemand iets voor mij. Ayni is het beginsel waar het gehele Universum uit is opgebouwd, zonder de heilige wederkerigheid ontstaat er geen leven en is er geen leven.
De oorsprong van dit principe voert ons terug naar het Incarijk. De Inca’s hadden hun politieke, sociale en mystieke stelsel gebaseerd op Ayni, waar hun wijze van voedsel- en arbeidsverdeling en hun landbouwsystemen een mooi voorbeeld van zijn. Ayni reikt verder, want de heilige wederkerigheid ging voorbij het menselijke. Ook met Pachamama, de Apu’s (bergen), de sterren, de bomen, de dieren en de zon hadden de Inca’s een voortdurende wederkerige uitwisseling van energie, want de mens en de natuur waren onafscheidelijk en stonden altijd in relatie met elkaar. Zo kan Ayni wel het hart van de Andes-traditie genoemd worden.
De Inca mystiek kent geen goed of kwaad, noch positieve of negatieve energie. Het oordeel ontbreekt. Er is alleen lichte (“sami”) en zware (“hoocha”) energie.
Je kunt deze zware energie (hoocha) afgeven met sami energie uit de Hanaq Pacha (de hemel) aan Pachamama, de Aarde. De inca’s zien Pachamama, als jouw ‘oer’moeder, zij leeft en verteert met liefde jouw ‘zware energie’. Dat is haar rol.  Voor haar is het heerlijk voedsel!  Je kunt Pachamama daarna – in wederkerigheid – sami terugvragen, een sterke voedende kracht.

Munay, Yachay, Llankay

In het Quechua (uitspr. ketsjuwa), een van de oorspronkelijke talen van de bewoners van de Andes, en de taal waarin de Inca kennis voortleeft onder de huidige indiaanse bevolking, bestaat geen los woord voor ‘wil’. Er is alleen een woord dat tegelijk ‘liefde’ en ‘wil’ betekent, omdat die twee begrippen in deze cultuur onlosmakelijk zijn: Munay. Wat je zou kunnen omschrijven als de ‘kracht of wil van het hart’ . De kracht van het hart is de hoogst gewaardeerde menselijke kwaliteit in de Andes, gevolgd door Llankay, de kracht van fysieke arbeid en realisatie, en pas daarna Yachay, de kracht van – op ervaring gebaseerd – intellect. Een ander groot cultuurverschil – dat heel wonderlijk is gezien onze welvaart en de armoede van de Quechua-indianen – is dat de Andes indianen uitgaan van overvloed en gezamenlijke rijkdom. Er is een onuitputtelijke bron van energie. Dat staat haaks op ons ‘westers’ basisgevoel van schaarste, tekort en concurrentie.